Naar een plantaardig dieet: emotienetwerken als methode

Auteurs: Hester Dibbits – Reinwardt Academie (AHK), Yolie Michielsen – Wageningen University & Research, Imme Ruarus – Waag Futurelab

Zowel vanuit gezondheids- als duurzaamheidsperspectief is de noodzaak hoog om ons voedingspatroon naar een meer plantaardig alternatief in te richten. Vanuit verschillende disciplines proberen professionals zoals beleidsmakers, wetenschappers, voedingsdeskundigen en productontwikkelaars al decennia mensen gezonder en duurzamer te laten eten, met beperkte impact (Dibbits en Munnikes, 2020). De voedselomgeving (alle plaatsen waar men voedsel koopt en consumeert) is van significante invloed op de voedselkeuzes die mensen maken, en stimuleert op dit moment niet de gezonde en duurzame keuze. Tegelijkertijd is de voedseltransitie naar meer plantaardige consumptie een transitie die bij veel mensen weerstand oproept (Michielsen & van der Horst, 2022).

In het project Tipping the Balance onderzoeken Wageningen Universiteit, de Reinwardt Academie (AHK) en Waag Futurelab hoe de (lokale) voedselomgeving gevormd kan worden in lijn met de transitie naar een meer plantaardig dieet. Centraal daarbij staat welke methoden kunnen bijdragen aan het co-creatief vormgeven van de voedselomgeving. Hoe kan een co-creatief proces invulling krijgen waarin bewoners/consumenten deel uitmaken van het vormgeven van de voedselomgeving? En hoe creëer je in dit proces ruimte voor verschillende perspectieven, gevoelens en (ervarings)kennis? In dit blog wordt de methode emotienetwerken uitgelicht alsmede de toegevoegde waarde ervan als integraal onderdeel in co-creatieve processen, in de context van de voedseltransitie en het participatief ontwerpen van voedselomgevingen. Inzichten over de sessie emotienetwerken in Amersfoort in het kader van het Tipping the Balance onderzoek worden gedeeld.

Hoe werkt emotienetwerken?

Emotienetwerken is een gespreksmethode waarbij een groep deelnemers verschillende gevoelens deelt over een bepaald onderwerp door positie te kiezen op een grid met de assen ‘intens-mild’ en ‘positief-negatief’. Terwijl er door de groep een gesprek gevoerd wordt, wordt meer duidelijk over hoe de deelnemers zichzelf positioneren in relatie tot het onderwerp, maar ook of en hoe ze gedurende het gesprek van positie veranderen. Deelnemers verhouden zich ten opzichte van de andere mensen op het grid en beïnvloeden elkaar door het delen van kennis, emoties en herinneringen.

Het ingevulde emotienetwerken grid

Emotienetwerken bevordert de mogelijkheid om een co-creatief proces te ondersteunen doordat mensen door de oefening meer inzicht krijgen in de dynamiek die het delen van gevoelens teweeg kan brengen bij anderen, maar ook bij henzelf. Door die dynamiek tijdens de oefening samen in kaart te brengen ontstaat er ruimte voor gezamenlijke analyse en reflectie om tot nieuwe inzichten te komen: wat gebeurde er in het gesprek in de onderlinge verhoudingen? Wat waren de kantelmomenten in het gesprek? Welke stemmen werden niet gehoord? Hoe verschoof het onderwerp? 

Voedsel als erfgoed

Emotienetwerken als methode is ontstaan in de context van hoogoplopende discussies over erfgoed (Dibbits & Willemsen, 2014), vanuit het idee dat er in de professionele erfgoedpraktijk, en in het beleid en onderwijs te veel vanuit vanzelfsprekendheden gedacht werd. Erfgoed zou al datgene uit het verleden zijn wat ‘wij’ willen doorgeven aan toekomstige generaties. Maar wie zijn die ‘wij’ eigenlijk? En wat maakt dat die ‘wij’ iets willen behouden? Wat doet die ‘wij’ als blijkt dat behoud vanuit het perspectief van ‘de ander’ niet wenselijk of zelfs schadelijk is? 

Door zichtbaar te maken hoe mensen zich ten opzichte van een object van erfgoed en hun omgeving verhouden, en oog te hebben voor mogelijke nuances en verschuivingen, wordt duidelijk dat consensus over ‘erfgoed’ niet vanzelfsprekend is en dat het kan lonen om uit te zoomen en het complexe, grillige netwerk in beschouwing te nemen.

In het geval van de omgang met voedsel geldt dat ook. Voedsel is onderdeel van de dagelijkse routine, en gewoonten en tradities die met voedsel te maken hebben vormen voor veel mensen een belangrijk onderdeel van hun identiteit. Wanneer die gewoonten en tradities ter discussie gesteld worden – bijvoorbeeld door beleidsmakers – kunnen mensen het gevoel krijgen dat ‘hun erfgoed’ wordt bedreigd. De emoties kunnen dan hoog oplopen.

Juist voor processen waarin heterogene groepen mensen coöperatief werken is een basis van openheid en veiligheid van fundamenteel belang om tot constructieve samenwerking te komen. Emotienetwerken is zodoende een sterke aanvulling op andere co-creatieve methoden, omdat het sociale binding bevordert en mensen het gesprek kunnen voeren op het niveau van emoties, in plaats van alleen op de ratio. Doordat persoonlijke ervaringen en herinneringen gedeeld worden ontstaat een gesprek waarin iedereen eigen perspectieven kan delen die van elkaar verschillen, zonder dat deze direct tot conflict leiden. Juist doordat de deelnemers vanuit eigen beleving spreken en uitgenodigd worden te verwoorden hoe zij in het gesprek door anderen beïnvloed worden, ontstaat er bewustzijn van eigen en vooral ook andermans positie en ruimte voor nieuwe perspectieven.

Voorbeeld uit de sessie:

Tijdens de emotienetwerken sessie kwam duidelijk naar voren dat herinneringen of ervaringen andere deelnemers uit de groep raken en begrip voor persoonlijke overtuigingen vergroten. Een voorbeeld dat ter sprake kwam was van een deelnemer wiens vader slager was, en dat die herinneringen voor de deelnemer in kwestie bij de waardering van vlees meespelen. Een ander voorbeeld richtte zich op de traditie van een groep collega’s om vegetarische loempia’s op de markt te eten. In dit geval geeft de deelnemer aan dat er zowel positieve associaties zijn vanwege de sociale factor van gezelligheid met collega’s, als de factor gemak omdat de vraag of het vlees wel halal is hierbij geen rol speelt. Door het gesprek dat bij emotienetwerken op gang komt worden beweegredenen achter keuzes geëxpliciteerd en inzichtelijk gemaakt voor alle deelnemers.

Emotienetwerken grid over de vegetarische loempia. Iedere kleur is een persoon. Tijdens het gesprek met elkaar veranderen de posities van de gespreksdeelnemers.

Vanuit methodisch perspectief is emotienetwerken nuttig om in te zetten bij heterogene focusgroepen en om groepsdynamieken en interactie binnen een groep anders gestemden te onderzoeken. Tijdens het gesprek zijn mensen niet alleen met hun eigen positie bezig – en dus hun eigen belangen -, maar juist ook van die van anderen. Hoe verhoud ik me tot dit object, deze traditie, deze ontwikkeling? Hoe verhouden anderen zich hiertoe? En hoe verhouden we ons tot elkaar? Deelnemers worden door elkaar geraakt en bouwen op elkaars inbreng voort. Zo ontstaat er tijdens het gesprek ruimte om eigen en andere perspectieven te analyseren en daarop te reflecteren. De methode maakt ook inzichtelijk welke inbreng een reactie veroorzaakt. Dit geeft inzicht in welke overtuigingen, argumenten of gedachten kunnen leiden tot verandering.

Voorbeeld uit de sessie:

In de sessie wordt meermaals gereflecteerd door de deelnemers. Doordat hen gevraagd wordt te reageren op elkaars inbreng (door de positie op het grid te veranderen als hun gevoel veranderd is) geven zij heel nadrukkelijk aan waardoor zij geraakt zijn. Zo geeft een deelnemer aan geraakt te worden door de inbreng dat ieder gerecht bereid is en daar moeite in gestopt is, en zodoende dat je alles een kans moet geven en proberen. Een andere deelnemer geeft nadrukkelijk aan dat het feit dat de loempia al dan niet vegetarisch is voor hen geen rol speelt, maar juist wel of deze vers is of er lekker uit ziet (‘ik eet met mijn ogen’). Tot slot biedt het gesprek de mogelijkheid om te verdiepen en thema’s te bespreken die gewoonlijk onderbelicht blijven, zoals de productieketen van voedsel en spelers die hierbij betrokken zijn.

In de context van de voedseltransitie en co-creatieve processen zijn deze inzichten van waarde. Als mensen zich meer verbonden voelen met elkaar, en zich kritisch kunnen verhouden ten opzichte van erfgoed en tradities gerelateerd aan voedsel, kunnen ze beter met elkaar bepalen wat ze willen behouden en wat veranderen.

Emotienetwerken inzetten in de voedseltransitie

De methodiek emotienetwerken wordt in tal van settings toegepast. In het Europese Horizon project CENTRINNO wordt in 9 steden door creatieve teams gewerkt met de methodiek bij de ontwikkeling van duurzame, inclusieve hubs op voormalige industriegebieden. Het Parijse team organiseerde in dit kader diverse emotienetwerksessies gerelateerd aan voedsel. Andere voorbeelden van onderzoeken over emotienetwerken in het veld van voedseltransities zijn: emotienetwerken over de (vega) gehaktbal tijdens de conferentie ‘The Table is Set!’ op de Floriade; en een avond in Felix Meritis, waar deelnemers met emotienetwerken en co-creatie Nieuwe Plantaardige Eetrituelen hebben bedacht. Bij laatstgenoemde werd bijvoorbeeld een ritueel bedacht waar bij de geboorte van een kind een zaadje wordt gegeven om te planten, zodat elk jaar op de verjaardag van de vruchten gegeten kan worden: een soort spirit groente of fruit.

In ‘Rethinking the place of meat in religious traditions through ritual intervention’, een deelproject van het door project de NWA-route Levend Verleden gehonoreerde onderzoeksproject COHERENT, zal een consortium met onderzoekers van de Reinwardt Academie  (AHK) , WUR, PThU en UU samen met de organisatie IkEetCultuur onderzoeken of en hoe een rituele interventie in voedselpraktijken op religieuze feestdagen kan bijdragen aan een transitie richting meer plantaardige eetrituelen. Ook in dit project zal gewerkt worden met de methodiek van emotienetwerken.

De methode emotienetwerken leent zich goed voor een combinatie met andere creatieve methoden zoals co-design en kan iteratief worden toegepast: stap voor stap kunnen mensen zo zelf telkens hun gevoel en ervaringen over een gezamenlijk ontworpen praktijk of traditie onderzoeken en bespreken. Juist de kracht van het combineren van verschillende methoden, zowel om te ontwikkelen als te reflecteren in het kader van oplossingen van urgente maatschappelijke vraagstukken zoals de voedseltransitie, biedt veel kansen voor de toekomst.